Terug naar Quantum Response

Radionica

Radionica is een psycho-apparatieve diagnostische en therapeutische methode die de therapeut in staat stelt direct in het bijzijn van de patiënt of indirect aan de hand van een patiëntenmonster (bloed- of haarmonster, sputum, urine etc) te werken. Bovendien biedt de meeste apparatuur de mogelijkheid op radionische wijze o.a. homeopatische middelen te testen en te simuleren (zgn. remedia).

In klassieke zin is de radionica gebonden aan speciaal hiervoor geconstrueerde apparatuur. Verder is het radionische principe te vergelijken met de werking van geometrische patronen (symbolen, runentekens etc.). Bij dit radionische principe werkt alleen de kwalitatieve informatie (soortgelijk aan homeopathische hoge potenties). Precies op dit gebied onderscheidt de radionica zich van de meeste andere methodes die pretenderen met zuiver fysische werkingsprincipes te werken. De grondbeginselen voor de radionica werden gelegd door de Amerikaanse arts dr. Albert Abrams (1863 – 1924). De methode werd in de loop der tijd door diverse personen in Amerika en Engeland verder ontwikkeld.
Hieronder o.a. Ruth Drown, George de la Warr, Bruce Copen, David Tansley en anderen.

Het spectrum van de radionica

In zijn geheel omvat de radionica een breed gebied. Bruce Copen schreef in zijn boek ‘Radionics’, deel 1: Het radionische instrument biedt u omvangrijke mogelijkheden. U wordt eigenlijk slechts beperkt door uw eigen creativiteit.”

De fundamentele functies zijn over drie gebieden verdeeld:

1. Analyse

Aan de hand van een patiëntenmonster kan de therapeut een radionische analyse maken. Er zijn meer dan 10.000 testparameters uit anatomie, pathologie, infectieziekteleer, microbiologie, allergologie etc. beschikbaar.

2. Balancering

Na een uitgevoerde analyse kunnen de gevonden storingen worden uitgebalanceerd. De balancering dient voor het reguleren van alle functies van een biologisch systeem, wat in feite hetzelfde is als een Yin-Yang-evenwicht in de acupunctuur. Deze geschiedt ook aan de hand van een patiëntenmonster. Men gebruikt hierbij de gedachteoverdracht die tussen de operator, het patiëntenmonster en de patiënt zelf bestaat om kwalitatieve informatie (spirituele structuren) in de aansturingsvelden van de patiënt in te prenten. De balanceringsduur is afhankelijk van de soort en ernst van de ziekte en kan enkele seconden tot meerdere uren duren.

3. Elektronische homeopathie

De elektronische homeopathie is een van de steunpilaren van de klassieke radionica. Bruce Copen ontwikkelde de grondbeginselen die door Ruth Drown waren gevonden om de radionica aan de homeopathie aan te passen verder volgens zijn “Electronic Vibro Potentiser (EVP)” en gaf het begrip elektronische homeopathie inhoud. Op deze wijze werden nu ook waarden voor homeopathische middelen ontwikkeld. De benodigde potenties kunnen onafhankelijk worden ingesteld op het radionica-apparaat. Het voordeel van de radionica ten opzichte van vele andere methoden is, dat men niet met testsubstanties hoeft te werken, maar direct met behulp van de waarden kan testen, welkehomeopathische middelen een patiënt nodig heeft en in welke potentie. Voor het produceren van een middel (remedie) worden de betreffende waarden op het apparaat ingesteld en op een carriersubstantie zoals b.v. water (met alcohol), of
niet-medicinale globuli o.a. aangebracht.

Moderne radionica

Sinds 1947 maakt de firma Bruce Copen in het graafschap Sussex in Engeland apparatuur voorradionica. In de loop van een halve eeuw bedrijfsgeschiedenis heeft Bruce Copen met eigen innovatieve concepten fundamenteel bijgedragen aan de ontwikkeling van de radionica. Zo heeft hijbijvoorbeeld de zojuist beschreven “elektronische homeopathie” fundamenteel verder ontwikkeld.Reeds medio jaren tachtig bood Bruce Copen apparatuur aan waarmee men zelf homeopathischemiddelen kon opslaan. Ook het elektronische kaartgeheugensysteem EECS bood reeds eind jarentachtig de mogelijkheid apparatuurinstellingen en homeopathie op een kaart op te slaan en later weer op te roepen. Inmiddels maakt ook de bioresonantiewereld gebruik van dit idee en biedt de mogelijkheid van opslag van informatie op geheugenkaarten aan.

Aan het begin van het millennium werd het prototype van een nieuwe generatie radionische apparatuur geïntroduceerd onder de naam Mars III. Deze is gebaseerd op de inzichten van de moderne computertechniek en biedt talrijke innovaties die het starten met radionica voor beginners aanzienlijk vergemakkelijken, maar ook veeleisende professionals alle mogelijkheden biedt tot creatief werken.
De radionica had vanaf het begin het predikaat van efficiënt virtueel diagnostisch instrument.
Bij het ontwerp van de sofware werd het zwaartepunt vooral ook gelegd op het testen en vooral op het feit, dat de therapeut het eigenlijke medium is. De kern van de natuurgeneeskunde, de volledige en met name individuele beoordeling van de patiënt wordt bij veel huidige natuurgeneeskundige therapiemethoden steeds meer buiten beschouwing gelaten. Bij bronchitis schrijft men geen antibioticum voor, maar een vergelijkbaar fytofarmaceutisch middel of homeopathisch complex. De individualiteit van de patiënt en zijn ziekte wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. Door middel van meer dan 10.000 opgeslagen waarden kan de gebruiker niet alleen ziekten en symptomen testen, maar ook giftige stoffen, virussen, bacteriën, allergenen, voedingsmiddelen, nosoden en homeopathische middelen etc.

Analyse

De analyse is de basis van alle therapeutische maatregelen in de radionica. Zonder een solide analyse die met zo veel mogelijk parameters rekening houdt, is er geen effectieve therapie mogelijk. De aanvankelijk volledige pretentie voldoet nu voor veel natuurgeneeskundige methoden niet meer. Net als in de traditionele geneeskunde wordt er niet meer volledig rekening gehouden met de individuele omstandigheden van de individuele patiënten. In plaats daarvan wordt er een weliswaar natuurgeneeskundige maar desondanks standaard therapie uitgevoerd, die vaak slechts tot symptoombestrijding degradeert en de ziektegeschiedenis niet in zijn totaliteit omvat. De mens kan worden gezien als complex, adaptief systeem dat constant informatie uitwisselt met zijn omgeving. Een organisme wordt als “gezond” beoordeeld, als het zelf in staat is storingen te reguleren. Een organisme is ziek” als dit regelmechanisme is ontregeld. Vooral bij chronische ziektegeschiedenissen is het uitgebreid in acht nemen van de diverse beïnvloedingsfactoren absoluut noodzakelijk.
Als voorbeeld wordt het toenemende aantal allergieën genoemd: Volgens officiële berichten ligt de allergiefrequentie op 40 procent van de totale bevolking. In de praktijk van bio-elektronische tests is er echter een frequentie van meer dan 90% gemeten. Een monotherapie zal hier slechts zelden het gewenste resultaat opleveren.
Het is belangrijk, dat alle orgaansystemen therapeutisch worden geregistreerd:

MaagdarmsystemenLymfestelsel
Hart-bloedsomloopsysteemHormonenstelsel, samen met
Afweersysteem (darm!)
ZenuwstelselUro-genitaalsysteem
AdemhalingssysteemSpierenstelsel en skelet
Maar ook de fijnstoffelijke systemen zoals:
Chakra’sAuralagen
Emotionele belastingenMentale blokkaden enz.


Zoals gebruikelijk in de radionica wordt de analyse aan de hand van een patiëntenmonster gesteld. Als monster zijn bloed of haren geschikt, maar ook sputum, urine etc. Door middel van een speciaal ontwikkelde methode wordt het gedigitaliseerd en in de computer opgeslagen. Om aan de eisen te kunnen voldoen die aan een uitgebreide analyse worden gesteld, gaat men hier hiërarchisch te werk, ofwel van orgaansystemen naar individuele organen naar afzonderlijke onderdelen van de organen.

Voorbeeld:
Bij pijn in de linkernier komt men ongeveer via het volgende causale verband tot de uiteindelijke (klinische) oorzaak voor de pijn.

Excretiesysteem nieren à linkernier à niertubulus (tubulus renalis).

Om alle belangrijke parameters zo snel mogelijk te kunnen registreren, kan de therapeut de meegeleverde testvoorlagen raadplegen of zelf testvoorlagen opstellen uit de meegeleverde meer dan 10.000 waarden. Op deze wijze verkrijgt men snel een overzicht over de belasting met zware metalen, giftige stoffen/toxines, virale-, bacteriële en schimmelbelasting, over de organische conditie en over mogelijke geopathologische belastingen. Bij een overeenkomstige belasting wordt dan volgens de hiërarchische structuur van de analyse in het betreffende gedeelte gezocht naar onderliggende oorzaken.

De exacte analyse wordt in twee stappen vastgesteld:
Tijdens de eerste stap vindt de kwantitatieve analyse plaats ofwel men zoekt uit in welk gedeelte er een storing aanwezig is, zonder de heftigheid van de storing te beoordelen.
Tijdens de tweede stap onderzoekt men de parameters die tijdens de kwantitatieve analyse positieve gegevens opleverden en stelt men vast, hoe heftig de storing is (kwalitatieve analyse).

Een belangrijk besluitvormingscriterium is hierbij het meten van de OF (hyperfunctie-index, hypererg., Yang) c.q. UF (hypofunctie, hypoerg. Yin). Hierdoor is een kwalitatieve, energetische beoordeling van de conditie mogelijk. De optimale, normale conditie is in overeenstemming met een Yin-Yang-balans.

Pas na een uitgevoerde kwalitatieve analyse wordt beslist in welk gedeelte er gedetailleerd onderzoek gaat plaatsvinden.

Automatische analyse

Reeds sinds medio jaren tachtig heeft de firma Bruce Copen Laboratories autopotentieerapparaten geconstrueerd, waarmee het mogelijk was aan de hand van een patiëntmonster door het apparaat automatisch het passende homeopathische middel te vinden in de juiste potentie voor de patiënt en te laten produceren. Het was echter een bittere ervaring, dat men niet wist welk middel door het apparaat werd geselecteerd.
Terwijl men in de jaren tachtig bij de vroegere apparatuur de zogenaamde “Laser Solitron-technologie” toepaste, worden nu o.a. de bevindingen gebaseerd op de resultaten van de onderzoeken door Brenda Dunne en Robert Jahn van het Princeton Engineering Anomalies Research Program” (PEAR) gebruikt.
Na een onderzoek dat meer dan tien jaar duurde, toonden zij aan dat er tussen het menselijke bewustzijn enerzijds en zowel fysische apparatuur als technische systemen anderzijds wisselwerkingen tot stand komen.

Balancering (radionische therapie)

De radionica gebruikt voor de therapie vooral de gedachteoverdracht tussen patiëntenmonster en patiënt zelf. Dat er een dergelijke gedachteoverdracht bestaat, blijkt uit diverse theoretische fysische overwegingen (zoals Bohm: ‘Implicate Order’ of Laszlo: ‘Cultural Creatives’). Pas in 1999 werd door een onderzoek van 290 zwaar zieke patiënten bewezen, dat deze gedachteoverdracht ook therapeutische voordelen biedt.

Bij de radionica werd het patiëntenmonster nu in het radionica-apparaat ingevoerd en de betreffende uit te balanceren waarden ingevoerd. Als men bijvoorbeeld in de nier (waarde 23) een UF9 had gevonden, dan stelde men de waarde voor nieren in, legde het patiëntenmonster in het apparaat en schakelde over naar “uitbalanceren”.
Hierdoor wordt de UF9 van de nierenergie van de patiënt naar nul in evenwicht gebracht. De therapeut heeft na een uitgevoerde analyse twee mogelijkheden voor de therapie:

1. U kunt de vastgestelde storingen direct uitbalanceren (Yin-Yang-evenwicht). Hierbij kunt u programma’s instellen, waarmee u meerdere parameters uitbalanceert. De balanceringsduur kan enkele seconden of meerdere uren bedragen.
Deze is gericht op de assimilatieaard van de patiënt. De balancering vindt alleen plaats door middel van het gedigitaliseerde patiëntmonster dat in de PC is opgeslagen, die altijd “in verbinding” staat met het organisme. De patiënt kan zelf kilometers ver van het apparaat verwijderd zijn. Omdat we met zuivere informatie werken, speelt de afstand geen rol. Omdat het patiëntenmonster in gedigitaliseerde vorm aanwezig is, kunnen door middel van zogenaamde multitreatmentsheets meerdere patiënten gelijktijdig op een afstand worden behandeld met hun individuele balanceringsprogramma.

2. Als tweede mogelijkheid kan er een geschikt medicament worden getest en als remedie worden geproduceerd. Met medicamenten worden hier homeopathische middelen, Bachbloesem, Schlüsslers biochemie, vitamine- en mineraalpreparaten, nosoden etc. bedoeld.

De elektronische homeopathie

Hoewel Hippocrates (460 v. Chr.) reeds ziekten op soortgelijke wijze behandelde, werkte de arts dr. Christian Friedrich Samuel Hahnemann (1755-1843) uit Leipzig de geneeskundige grondbeginselen en systematiek van de homeopathie uit en gaf haar haar naam. Bovendien is er nu complementaire homeopathie zoals de biochemie volgens Schüssler, Bachbloesem etc.
De basisleerstelling van de homeopathie luidt:
Soortgelijks moet door soortgelijks worden genezen (similia similibus curentur). Dit betekent in gewone woorden, dat een dosis arsenicum bij mensen een bepaald soort symptomen oproept. De symptomen die door arsenicum worden opgeroepen, worden “geneesmiddelsymptomen” genoemd die in hun geheel een “geneesmiddelbeeld” vormen. Het vaststellen van de typische symptomen voor arsenicum is de “geneesmiddeltest”. Als nu hetzelfde arsenicum volgens het homeopathische voorschift wordt verdund en gedynamiseerd (gepotentieerd), dan worden door toediening van het gepotentieerde middel dezelfde of soortgelijke symptomen bij deze persoon genezen.
Volgens Hahnemann zijn de homeopathische dynamisaties (…) echte opwekkingen van de geneeskundige eigenschappen die in natuurlijke stoffen in hun ruwe toestand verborgen liggen.

Het ruwe materiaal van de homeopathische geneesmiddelen komt uit bijna alle delen van de natuur (planten, dieren, mineralenrijk):
Verder kent men in de homeopathie nosoden (bereidingen uit ziekteproducten van mens en dier, uit ziekteverwekkers of andere stofwisselingsproducten zoals pyrogenium, tuberculium). Orgaanpreparaten (worden uit menselijke of dierlijke organen gewonnen, bijv. pulpa dentis) en isopathische middelen (homeopathisch bereide allopathische geneesmiddelen zoals cortison). Fundamenteel kan men alle substanties homeopathisch bereiden.

In het bijzonder geneesmiddelen die geen materieel substraat als uitgangsstof hebben, zogenaamde imponderabilia zoals bijv. magneet, elektricitas, x-rays kunnen door middel van de radionica heel goed aan de hand van waarden worden geproduceerd.

De elektronische homeopathie

Door middel van de elektronische homeopathie kan ieder willekeurig homeopathisch middel worden gesimuleerd. Dit geschiedt doordat het middel elektronisch wordt opgeslagen, zoals dit bij het vroegere Copen ASL-potentieerapparaat het geval was, of er wordt door op het appraat ingestelde waarden een oscillatie gegenereerd die overeenkomt met het homeopathische middel.
De gegenereerde of opgeslagen oscillatie kan nu voor testdoeleinden worden gebruikt of op een neutrale carriersubstantie zoals drinkampullen met zeewater of globuli worden aangebracht en aan de patiënt worden toegediend als een standaard homeopathisch preparaat.
Het voordeel van radionica ten opzichte van de systemen van de EAV is dat de potenties volledig vrij kunnen worden gevarieerd. Er kunnen bijvoorbeeld potenties van D1 tot en met D9000 en C1 tot en met C1000 worden gegenereerd.
Alle goede eigenschappen van de klassieke homeopathie blijven volledig gehandhaafd bij de elektronische homeopathie.
Bovendien kan door de elektronische homeopathie in het bijzonder in de klasse van imponderabilia, dus die homeopathische middelen die niet op een materieel substraat zijn aangebracht (zoals E-smog, UV-straling), worden uitgebreid. Hiermee worden er voor therapeuten geheel nieuwe gebieden ontsloten.
De gebruiker heeft door middel van de analysefuncties bovendien de mogelijkheid het juiste middel ten behoeve van de patiënt te testen en aansluitend de optimale potentie vast te stellen. Een expertsysteem dat volledig is geïntegreerd en door de gebruiker kan worden bewerkt, adviseert naar wens over middelen die in de praktijk zeer behulpzaam blijken te zijn voor onderhavige orgaanbelastingen van de patiënt.
Als het middel door het klassieke repertoriseren werd gevonden, kan het gevonden middel optimaal worden gecontroleerd en binnen enkele seconden exact worden geproduceerd. Op deze wijze wordt ook het werk van de klassieke homeopathie zinvol ondersteund en aangevuld. Ten slotte is het “het energiepatroon”, exacter omschreven als informatie-energie dat het geneesmiddel zijn vitale kracht geeft.
De middelen die met de elektronische homeopathie zijn geproduceerd hebben hierbij eerder een regulerende werking. Ze zijn niet geschikt voor het vervangen van lagere potenties, maar kunnen ook hier ondersteunend werken. In bijvoorbeeld het geval van vitaminen vervangt de gepotentieerde vitamine niet de ontbrekende vitamine op het materiële vlak, maar verhoogt de assimilatie, en het effect daarvan is, dat de vitaminen die met voedsel worden aangeboden beter door het lichaam worden opgenomen. Op dezelfde wijze kunnen wij Schlüsslers biochemische zouten beoordelen. De Schlüssler-middelen worden normaliter in de potentie D6 of D12 toegediend en zijn activerende middelen. Men kan ze echter ook in andere potenties geven. Ze zijn op hetzelfde principe gebaseerd als de homeopathische vitamine. Ze activeren het lichaam om de voeding en de hierin opgenomen mineralen beter te benutten.
Als de patiënt bijvoorbeeld silicea als geneesmiddel in biochemische vorm nodig heeft, dan zal men over het algemeen vaststellen, dat de voedingsmiddelen die wij eten dit mineraal weliswaar in voldoende mate bevatten, maar dat het lichaam niet in staat is dit op te nemen. Wij kunnen dan met de homeopathische middelen het organisme stimuleren het silicium dat in het voedsel zit beter te benutten.

Colour tuning

Het colour tuning systeem is een op zich gesloten systeem, waarbij geluid en kleur zijn gestructureerd volgens harmonische wetmatigheden. Nieuw – ook voor de radionica – is o.a. het gebruik van programma’s, de zogenaamde kleur-geluidscascades. Hierbij worden kleur-geluidscombinaties voor gerichte activering van bepaalde orgaanfuncties evenals voor de harmonisering van psychovegetatieve centra’s toegepast. Het colour tuning systeem is audiovisueel opgebouwd, ofwel naast het visuele is er ook een auditief gedeelte beschikbaar.

Slotbeschouwing

De computer heeft een belangrijke invloed op de wereld. Ook in de geneeskunde is de computer niet meer weg te denken. Juist bij de complementaire geneeskunde moet de individualiteit van de patiënt enerzijds en de heelmeester als mens anderzijds centraal staan. Dit lijkt beide op ideale wijze tot uitdrukking te komen in de computerondersteunde radionica. De computer wordt hier door de bediening van de therapeut tot een ideaal gereedschap voor de genezing van de patiënt in zijn geheel.

Ir. Harald Rauer studeerde communicatietechniek, opleiding tot radionicus aan de Brantridge University in Amerika. Bedrijfsleider bij Bruce Copen Laboratories Ltd dat meer dan 50 jaar radionische apparatuur vervaardigt.

Bron: Anita van den Bedem.
Vision Unlimited
www.bioanalyse.nl

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.